De kindervoet
Veel ouders maken zich zorgen over de voeten van hun kind. De voet is een van de meest besproken onderwerpen bij consulten op het consultatiebureau en in de huisartsenpraktijk. Platvoeten worden vaak gekoppeld aan pijn of latere problemen met lopen en staan. Toch worden baby’s standaard met platte voeten geboren. De mediale longitudinale voetboog ontwikkelt zich stap voor stap in de eerste tien levensjaren. Bij minder dan een procent blijft deze boog uit door een structurele afwijking. In zo’n geval is behandeling noodzakelijk. Voor de overige kinderen bestaat geen duidelijk wetenschappelijk bewijs dat aangeeft wanneer steunzolen echt nodig zijn.
In dit artikel lees je hoe de kindervoet zich normaal ontwikkelt, welke factoren de ontwikkeling kunnen verstoren en welke behandelopties er zijn.
Hoe een kindervoet zich ontwikkelt
In de eerste tien jaar verandert er veel in de motoriek en in de stand van benen, heupen en voeten.
- 
Peuters en kleuters hebben vaak nog een naar binnen gedraaide onderbeenas en een fase met O-benen gevolgd door een periode met X-benen. 
- 
Jonge kinderen hebben soepelere gewrichten. Die soepelheid neemt af met de jaren. 
- 
Tot ongeveer zes jaar staat de hals van het dijbeen gemiddeld dertig graden naar voren gedraaid. Daardoor wijzen knieën en voeten vaker naar binnen. Met groei neemt deze torsie geleidelijk af en ontstaat een efficiënter gangpatroon. 
- 
Rond het zevende levensjaar loopt een kind meestal als een volwassene. De voetboog wordt dan zichtbaar en kan tot het tiende jaar verder vormen. 
Behandelen of afwachten
Een veelgeciteerde Cochrane-review uit 2011 bekeek niet-operatieve behandelingen voor flexibele platvoeten bij kinderen. De kernboodschap was dat er onvoldoende sterk bewijs is om eenduidig te bepalen welke kinderen behandeld moeten worden en welke aanpak dan het beste werkt. Onderzoeken verschilden te veel in opzet, leeftijdsgroepen, classificaties en methoden. Een uniform diagnostisch protocol ontbreekt daarom nog.
Twee typen platvoeten
- 
Flexibel 
 De voet oogt plat in stand, maar bij op de tenen staan herstelt de boog door het windlass-mechanisme.
- 
Rigide 
 De boog blijft ingezakt, ook bij tenenstand. Dit vraagt vervolgdiagnostiek.
Bij flexibele platvoeten is de volgende vraag belangrijk: is er pijn of niet
- 
Pijnlijke of rigide platvoeten vallen buiten het normale spectrum. Extra onderzoek is aangewezen. Ondersteunend schoeisel of standaard steunzolen kunnen tijdelijk verlichting geven. Voor op maat gemaakte orthopedische schoenen of custom steunzolen is geen overtuigend bewijs, behalve bij bijzondere voetvormen, artritis of wanneer andere opties falen. 
- 
Niet-pijnlijke flexibele platvoeten bij kinderen tot ongeveer acht à tien jaar horen doorgaans bij de normale ontwikkeling. Behandeling is meestal niet nodig, wel periodiek volgen. 
Complexer wordt het bij kinderen ouder dan acht à tien jaar zonder pijn. Factoren die samenhangen met het blijven bestaan van platvoeten zijn onder meer hogere leeftijd, overgewicht, te stug of te klein schoeisel, hypermobiliteit en in sommige studies een iets hogere kans bij jongens.
Binnen deze groep wordt onderscheid gemaakt tussen
- 
Asymptomatisch: de voet functioneert goed. Behandelen is doorgaans niet nodig. 
- 
Symptomatisch: de voetfunctie is beperkt of er spelen onderliggende aandoeningen. Dan is gericht advies zinvol. 
Wat weten we over voetentraining en blootsvoets bewegen
De eerste studies naar voetentraining en tijd op blote voeten laten hoopgevende resultaten zien. De Cochrane-review uit 2011 noemt een preventief effect, en in 2014 concludeerde McKeon met collega’s dat het trainen van intrinsieke voetspieren belangrijk is bij het verminderen van klachten. Meer onderzoek is welkom, maar de richting is duidelijk: activeren van de voet in plaats van passief ondersteunen.
Kinderschoenen: wat zegt de wetenschap
We groeien op met het idee dat stevige kinderschoenen noodzakelijk zijn voor een goede voetontwikkeling. Onderzoek naar de invloed van schoenen op de vorming van de mediale voetboog is echter beperkt. Studies die schoenen vergelijken met blootsvoets lopen laten zien dat de boog zich vormt, ongeacht het type schoen, maar dat blootsvoets opgroeien gepaard kan gaan met minder platvoeten.
Zo werd bij dertienjarigen het percentage platvoeten lager gevonden in groepen die veel blootsvoets liepen dan in groepen die doorgaans geschoeid waren. Een volwassenencohort liet zien dat vroeg beginnen met schoenen dragen samenhing met meer platvoeten op latere leeftijd. Deze uitkomsten wijzen erop dat veel en star schoeisel de natuurlijke ontwikkeling kan belemmeren.
Hallux valgus bij kinderen
De stand van de grote teen beïnvloedt de boog van de voet. Als de hallux afwijkt, kan de Flexor Hallucis Longus de mediale boog minder goed ondersteunen. Onderzoek bij kleuters liet zien dat een groot deel al een zekere mate van hallux valgus heeft en dat te kleine schoenen samenhangen met grotere afwijkingshoeken. Conclusie: kies kinderschoenen altijd in de juiste lengte én breedte, met voldoende teenruimte.
Zo pas je schoenen bij kinderen
Passen met kleintjes is lastig, omdat hun voeten soepel zijn en zich makkelijk laten indrukken. Kindervoeten groeien sprongsgewijs en vaak snel. Meten is daarom belangrijk, bij voorkeur iedere drie maanden.
Een praktische methode voor thuis of in de winkel
- 
Zet het kind blootsvoets op een stuk karton en trek de omtrek om. 
- 
Tel bij de langste teen ongeveer twaalf millimeter op. 
- 
Knip het sjabloon uit en leg het in de schoen. 
- 
Controleer of het sjabloon plat in de schoen ligt, zonder opkrullen bij neus of zijkant. 
Wat doen schoenen met het gangbeeld
Een literatuurreview naar het effect van schoenen op het lopen van kinderen laat zien dat schoenen de beweeglijkheid van de voet beperken. Met name de strekking van de grote teen, enkelbeweging, veranderingen in lengte van de mediale boog, torsie in de midvoet, breedte in de voorvoet en de totale mobiliteit nemen af. Minder strekking van de grote teen kan het windlass-mechanisme verstoren. Daardoor spant de boog minder goed aan bij de afzet en kantelt de achtervoet minder efficiënt. Minder beweging betekent ook minder prikkel voor de voetspieren, wat op termijn tot zwakte kan leiden. Dat sluit aan bij andere onderzoeken die laten zien dat veel schoenen met stijve zolen en stug bovenwerk de voet minder lenig maken.
Sportschoenen voor kinderen
Volgens Walther en collega’s gelden per leeftijdsfase andere eisen.
- 
Tot ongeveer zes jaar zijn sportschoenen het best bijna even flexibel als de blote voet. De impact van activiteiten is nog laag, extra demping is zelden nodig. 
- 
Met toenemende sportactiviteit op harde ondergronden ontstaat behoefte aan enige demping. Tegelijk moeten schoenen soepel blijven en niet te veel ondersteunen, zodat spieren en botten voldoende mechanische prikkel krijgen. 
- 
Het buigpunt hoort ter hoogte van de ballijn te zitten. De zool blijft zo vlak mogelijk, zonder hakverhoging. De hielzone biedt bescherming voor de achillespees. Lengte en breedte moeten ruim voldoende zijn. 
- 
Rond vijftien jaar kunnen veel tieners overstappen op volwassen sportschoenen, al is dat per sport en per kind verschillend. 
Voetentraining als interventie
Onderzoek naar oefentherapie bij platvoeten is nog schaars. Een studie van Riccio vergeleek twee jaar oefentherapie met steunzolen in orthopedisch schoeisel. Beide groepen lieten verbetering zien, maar bij de oefengroep veranderde een groter deel van plat naar normaal. Het programma richtte zich op rekken van verkorte structuren, versterken van Tibialis Anterior en Posterior, Flexor Hallucis Longus, de intrinsieke voetspieren voor boogoprichting, plus proprioceptie en houding.
Naast deze studie zijn er best practices. In Duitstalige landen bestaan complete programma’s voor kindervoetgymnastiek. In Nederland en de Verenigde Staten werken therapeuten en bewegingswetenschappers met herstelgerichte oefentrajecten die de voet actief sterker maken.
